Bewegen
Bewegen verkleint het risico op chronische ziekten en houdt het lichaam fit.
In 2017 heeft de Gezondheidsraad nieuwe beweegrichtlijnen geformuleerd. De beweegrichtlijn is een minimumrichtlijn om mensen die weinig actief zijn te motiveren in beweging te komen. Mensen die aan deze richtlijn voldoen kunnen door meer bewegen nog meer gezondheidswinst behalen.
Om te berekenen welke activiteiten wel meetellen en welke niet wordt de MET-waarde gebruikt.
Omschrijving
In 2017 heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht met nieuwe beweegrichtlijnen.
Beweegrichtlijnen 2017
In 2017 heeft de Gezondheidsraad nieuwe beweegrichtlijnen opgesteld. Deze richtlijnen geven aan aan wat het minimale niveau van beweging is om gezondheidswinst te behalen.
Om te berekenen welke activiteiten wel mee tellen en welke niet wordt de MET-waarde gebruikt. De MET-waarde (Metabolic Equivalent of Task) is een meeteenheid binnen de fysiologie voor de hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost, vergeleken met de hoeveelheid benodigde energie in rust. Eén MET komt overeen met de ruststofwisseling ofwel basaalstofwisseling, de hoeveelheid energie die verbruikt wordt tijdens stilzitten.
Hoe zwaarder de inspanning, hoe hoger de MET-waarde. De MET-waarde wordt uitgedrukt als de hoeveelheid verbrande kilocalorieën, per lichaamsgewicht in kilo, per aantal uur. Iemand die zwaarder is, verbruikt meer calorieën (kcal) per uur dan iemand die minder zwaar is, omdat zij hun eigen gewicht ook verplaatsen. MET-waarden van 3 of tot en met 5,9 zijn matig intensieve activiteiten. MET-waarden van 6 of hoger zijn zwaar intensieve activiteiten.
Leeftijd | Beweegrichtlijnen 2017 |
Jeugd (4 t/m 17 jaar) |
|
Volwassenen en ouderen |
|
Sedentair gedrag
De laatste jaren staat sedentair gedrag in de belangstelling. Sedentair gedrag is gedrag met een erg laag energieverbruik. Voorbeelden van sedentair gedrag zijn televisiekijken, computeren, zitten op school of het werk. Veel zitten hangt samen met een hoger risico op sterfte en hart- en vaatziekten. Het verband wordt zwakker naarmate mensen meer bewegen en is niet aanwezig bij mensen die zeer actief zijn. Het advies voor alle leeftijden is om veel stilzitten te voorkomen. Op basis van het beschikbare wetenschappelijk onderzoek is het niet mogelijk om dit verder te kwantificeren.
Energiebalans
Bewegen kan helpen om de energiebalans te behouden. Het lichaam heeft energie nodig voor alle lichaamsprocessen. Dit noemen we ruststofwisseling of basaalstofwisseling. Voor deze processen verbruikt het lichaam calorieën. Daarnaast worden calorieën verbruikt bij beweging. Wie evenveel calorieën verbruikt als inneemt met voeding is in energiebalans. Wie meer calorieën binnenkrijgt dan hij verbruikt, komt in gewicht aan.
Wie minder eet, valt af. Mensen met een inactieve leefstijl hebben minder calorieën nodig dan iemand met een actieve leefstijl. Een actieve leefstijl komt er op neer dat je dagelijks meer dan een uur matig tot zwaar intensieve activiteiten doet. Met een actieve leefstijl verbrand je zo’n 300 tot 400 kcal meer. Mensen die veel sporten moeten mogelijk de voeding daarop aanpassen.
Bewegen en overgewicht
Bij overgewicht verkleint lichaamsbeweging de kans op hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten (zoals een hartinfarct of een beroerte), suikerziekte (diabetes) en gewrichtsklachten. Bij aanwezigheid van deze ziekten kan bewegen het risico verkleinen dat de klachten verergeren. Volwassenen met overgewicht, een positieve energiebalans of mensen die na een periode van afvallen op het behaalde gewicht willen blijven wordt aangeraden minimaal 1 uur per dag matig tot intensief te bewegen.
Gezondheidseffecten
Bewegen verkleint het risico op chronische ziekten en houdt het lichaam fit. Voldoende bewegen verkleint de kans op hart- en vaatziekten, diabetes en depressieve symptomen. Ook hangt veel bewegen samen met een lagere kans op borst- en darmkanker en een lagere kans op vroegtijdig overlijden.
Ouderen
Bij ouderen verlaagt bewegen bovendien de kans op botbreuken, en wordt de loopsnelheid en spierkracht verbeterd. Veel bewegen hangt bij deze groep ook samen met een lager risico op lichamelijke beperkingen, cognitieve achteruitgang en dementie.
Kinderen
Bij kinderen vermindert bewegen depressieve symptomen, verbetert het de insulinegevoeligheid en zorgt bewegen voor een verbetering van de botkwaliteit, spierkracht en fitheid. Bij kinderen met overgewicht en obesitas zorgt bewegen voor een verlaging van de BMI en vetmassa.
Minimum
De beweegrichtlijn is een minimumrichtlijn om mensen die weinig actief zijn te motiveren in beweging te komen. Mensen die aan deze richtlijn voldoen kunnen door meer bewegen nog meer gezondheidswinst behalen.