Ondergewicht en ondervoeding

Ondergewicht en ondervoeding

Wanneer heb je ondergewicht

Bij ondergewicht weegt iemand minder dan goed is voor de gezondheid. Ondergewicht is een risico-indicator voor ondervoeding. Ondergewicht is eenvoudig vast te stellen met de Body Mass Index (BMI) en het meten van de middelomtrek. Iemand heeft ondergewicht bij een BMI onder de 18,5.

Andere grenzen

Voor 65-plussers en voor COPD-patiënten (chronische longziekten) worden andere grenzen gebruikt, namelijk een BMI van minder dan 20 voor 65-plussers en minder dan 21 voor mensen met COPD. Voor het vaststellen van ondervoeding wordt voor volwassenen tot 70 jaar een BMI grens van minder dan 20 en voor 70 jaar en ouder een BMI grens van minder dan 22 gehanteerd, in combinatie met een tekort aan voedingsstoffen of ziekte. Ook voor kinderen gelden andere afkapwaarden. Kinderen zijn in de groei en daarom zijn lengte, gewicht en de BMI afhankelijk van de leeftijd.

Hoeveel mensen hebben ondergewicht?

Uit de CBS gezondheidsenquête 2019 blijkt dat 2,5% van de Nederlandse bevolking van 4 jaar en ouder ondergewicht heeft. Het CBS hanteert voor alle volwassen de BMI grens van 18,5.

Oorzaken ondergewicht

Ondergewicht ontstaat als de hoeveelheid energie die iemand binnenkrijgt via eten en drinken langere tijd minder is dan het lichaam gebruikt (verbrandt). Ondergewicht komt relatief vaak voor bij ouderen in zorginstellingen en ziekenhuizen en bij zieken. Ondergewicht kan komen door onder andere:

  • gebrek aan eetlust, bijvoorbeeld door verminderde smaak en geur, een ziekte of bij gebrek aan beweging
  • kauw- en slikproblemen
  • een slechtwerkende darm. De darm kan dan minder voedingsstoffen opnemen, bijvoorbeeld door een darminfectie of darmaandoening
  • bijwerking van medicijnen
  • angst, eenzaamheid, verdriet, depressiviteit.
  • een eetstoornis
  • een verhoogd energiegebruik, bijvoorbeeld bij een infectie of kanker

Gevolgen ondergewicht

Een te laag gewicht brengt risico’s voor de gezondheid met zich mee omdat er grote kans is op een tekort aan voedingsstoffen zoals eiwitten, essentiële vetzuren, vitamines en mineralen. De afweer gaat achteruit en iemand kan zich lusteloos en moe gaan voelen. Het lichaam gebruikt reservevoorraden uit vet- en spierweefsel. Hierdoor wordt het vet- en spierweefsel afgebroken. Vooral de afbraak van spierweefsel is nadelig. Als het ondergewicht lang aanhoudt neemt bovendien de kans op botbreuken toe.

Voedingsadvies bij ondergewicht

Voor iemand met ondergewicht is het verstandig niet verder af te vallen en proberen om aan te komen. Als je in korte tijd veel bent afgevallen zonder dat er een aanwijsbare reden voor is, kun je het beste naar de huisarts gaan. Ga ook bij het vermoeden van een eetstoornis altijd naar de huisarts.

Als het niet lukt om binnen enkele maanden een gezond gewicht te bereiken is het verstandig om naar de huisarts te gaan. De huisarts onderzoekt wat de oorzaak van het ondergewicht is en kan je zo nodig doorverwijzen naar een specialist en/of diëtist.

Heb je ondergewicht? Dan krijg je vanuit je zorgverzekering voor een aantal uur een diëtist vergoed.

Gezond eten

Voor mensen met ondergewicht is gezond eten belangrijk. Op die manier krijgen ze alle voedingsstoffen binnen die het lichaam nodig heeft, zoals eiwitten, essentiële vetzuren, vitamines en mineralen. De nadruk ligt op voeding met voldoende eiwit en energie, in combinatie met bewegen voor de spieropbouw.

Gezond aankomen

Voor mensen met ondergewicht is het om aan te komen.

Ondervoeding

Ondervoeding ontstaat als iemand een langere tijd minder energie of voedingsstoffen binnen krijgt, dan nodig is om gezond te blijven.

Ondervoeding kan ontstaan doordat iemand te weinig eet of extra energie en voedingsstoffen verbruikt. Het probleem speelt vooral bij zieken en ouderen. Ondervoeding kan ook komen door problemen met kauwen of slikken.

Bij het signaleren van ondervoeding moet de huisarts worden ingeschakeld. Familieleden of verzorgers zien het gezondheidsprobleem over het algemeen eerder dan de patiënt zelf.

Symptomen ondervoeding

Bij ondervoeding heeft iemand een tekort aan energie of voedingsstoffen. Dat leidt vervolgens tot een lager gewicht en het slechter functioneren van het lichaam. Dit komt vooral door de afname van de spiermassa en een tekort aan eiwitten, essentiële vetzuren, vitamines en mineralen.

De grootste groepen die risico hebben op ondervoeding, zijn kwetsbare ouderen, chronisch zieken, mensen met kanker, mensen die een grote operatie ondergaan en mensen met een ernstig trauma.

Oorzaken van ondervoeding:

  • verminderde voedselinname door een verminderde eetlust of misselijkheid.
  • moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of vertering.
  • psychologische problemen, zoals angst, depressie, verdriet. Iemand heeft dan geen zin meer in eten. Een gevolg is het overslaan van maaltijden of kleinere porties nemen.
  • sociale factoren, zoals eenzaamheid, geen mogelijkheid om eten te kopen of bereiden.
  • dementie.
  • verslaving.

De belangrijkste risicofactor voor ondervoeding is ziekte. Door ziekte kan de behoefte aan voedingsstoffen ook hoger worden, zodat een normale voeding niet meer voldoende is.

Ondervoeding bij ouderen

Ouderen hebben een groter risico op ondervoeding, omdat ze vaker ziek zijn en minder bewegen. Bovendien hebben ouderen minder energie nodig dan toen ze jonger waren, waardoor het moeilijker kan zijn alle voedingstoffen met de voeding binnen te krijgen.

Diagnose ondervoeding

De eerste stap is vaststellen of iemand een verhoogde kans heeft op ondervoeding. Dit wordt met een screeningsinstrument vastgesteld. Deze instrumenten gaan na of er sprake is van onbedoeld gewichtsverlies, ondergewicht en verminderde eetlust.

Als iemand op basis van de screening een verhoogd risico op ondervoeding heeft, wordt vastgesteld of iemand ondervoed is. Hiervoor is in 2018 een consensus opgesteld. Iemand is ondervoed als hij minimaal voldoet aan de criteria van een van onderstaande kenmerken en oorzaken.

Een of meer van deze kenmerken moet aanwezig zijn:

  • Onbedoeld gewichtsverlies: 5% of meer onbedoeld gewichtsverlies in de afgelopen 6 maanden of 10% of meer onbedoeld gewichtsverlies in een periode van langer dan de afgelopen 6 maanden.
  • Laag BMI
  • Verminderde spiermassa

Een of meer van deze oorzaken moet aanwezig zijn:

  • Tekort aan voedingsstoffen: 1 week meer dan 50% minder gegeten hebben dan de energiebehoefte of meer dan 2 weken verminderde inname of opname of een chronische maagdarmaandoening die inname of opname negatief beïnvloedt
  • Ziekte of inflammatie (ontsteking): acute ziekte of trauma of chronische aan ziekte gerelateerde inflammatie

Als iemand op basis van bovenstaande criteria ondervoed is, wordt vervolgens de ernst van de ondervoeding vastgesteld. Ook personen met een gezond gewicht of overgewicht kunnen ondervoed zijn. Bij acuut verlies van voedingsstoffen door braken of diarree kan de voedingstoestand snel verslechteren, vooral als er ook een toegenomen energiebehoefte is door ziekte of koorts.

Kinderen

Voor kinderen gelden er andere afkapwaarden. De arts zal gebruik maken van groeicurves om ondervoeding bij een kind vast te stellen.

Gevolgen ondervoeding

Ondervoeding heeft een grote invloed op de gezondheid. De gevolgen zijn onder andere:

  • langzamer herstel na een operatie of ziekte
  • meer en ernstigere complicaties na een operatie
  • vertraagde wondgenezing
  • verhoogde kans op doorligwonden (decubitus)
  • verminderde werking van het afweersysteem
  • verminderde spiermassa
  • verminderde hart- en longcapaciteit
  • lagere kwaliteit van leven
  • verhoogde kans op overlijden

Vaststellen van ondervoeding

Het is van groot belang om bij het vermoeden van ondervoeding direct de huisarts in te schakelen. Dat gebeurt vaker door familie, kennissen of verzorgenden (mantelzorgers), dan door de patiënt zelf.

Voedingsadvies

Bij de behandeling van ondervoeding wordt de nadruk gelegd op voldoende inname van eiwit en energie. Daarnaast is beweging een essentieel onderdeel van de behandeling om de spiermassa te behouden.

Is er sprake van ondervoeding? Dan wordt vanuit de zorgverzekering voor een aantal uur een diëtist vergoed.

Afhankelijk van de ernst van de ondervoeding kan met een arts en/of diëtist een keuze gemaakt worden voor energie- en eiwitverrijkte voeding, eventueel aangevuld met vitamine- en mineralensupplementen, extra drinkvoeding of volledige drink- of sondevoeding.

Bron: Voedingscentrum

QR Code

Selecteer hieronder uw taal:

nl_NLDutch