Bevalplan
Onderstaande vragen gaan over de wensen tijdens uw bevalling. U kunt deze beantwoorden door de Ja / Nee vragen te omcirkelen en bij het symbool een vinkje te zetten wat van toepassing is.
1. Waar wilt u bevallen? | Thuis | |
Ziekenhuis | ||
2. Wie wilt u dat er bij de bevalling aanwezig zijn? | ||
2.1 Uw partner | Ja / Nee | |
2.2 Een familielid | Ja / Nee | |
2.3 Een vriend of vriendin | Ja / Nee | |
2.4 Uw andere kinderen | Ja / Nee | |
3. Mag er een verloskundige in opleiding bij de bevalling zijn? | Ja / Nee | |
4. Indien u bevalt in het ziekenhuis, mag er een arts in opleiding bij de bevalling zijn? | Ja / Nee | |
5. In welke houding wilt u de weeën opvangen? | Staand | |
Zittend op een skippybal | ||
Onder de douche | ||
In bad | ||
Liggend in bed | ||
6. Wenst u tijdens de bevalling de mogelijkheid tot pijnstilling te krijgen? | Ja / Nee | |
Indien ja, welke pijnstilling? | Ruggenprik | |
Lachgas | ||
Morfine pompje | ||
7. Wilt u tijdens de bevalling dat er foto’s worden gemaakt? | Ja / Nee | |
8. Heb je een voorkeur in welke houding je wil persen? | Ja / Nee | |
Voorkeurshouding: | Staand | |
Op handen en knieën | ||
Op je zij | ||
Op de baarkruk | ||
Op je rug | ||
9. Als je bevalt in het ziekenhuis, is het nodig dat de hartslag van de baby gemonitord wordt. | ||
Dit gebeurt meestal uitwendig, tenzij er geen goede registratie is. Dan is het moeilijk in te | ||
schatten of het goed gaat met de baby. Als uitwendige registratie niet lukt, is het nodig om | ||
de hartslag van de baby inwendig te registreren met een draadje op het hoofd van de baby. | ||
Dit draadje wordt vastgemaakt in de hoofdhuid van de baby, niet in de schedel. | ||
Geeft u toestemming voor inwendige registratie, als het uitwendig niet lukt? | Ja / Nee | |
10. Als de hartslag van de baby langdurig daalt, kan het zijn dat de verloskundige of arts zegt dat de baby | ||
snel geboren moet worden. Soms zijn de spieren in de vagina te sterk, waardoor het hoofdje moeite | ||
heeft om geboren te worden. Als de gezondheid van de baby in gevaar is, kan het nodig zijn om de spier | ||
in de vagina door te knippen om zo meer ruimte voor de baby te maken. Hiervoor is uw toestemming nodig. | ||
Als er nood is bij de baby, geeft u dan toestemming voor het zetten van een knip? | Ja / Nee | |
11. Als er een knip gezet moet worden, wilt u dan dat dit eerst wordt gezegd? | Ja, ik wil dit van tevoren weten | |
Nee, ik wil dat dit niet aangekondigd wordt. | ||
Jullie hebben mijn toestemming op voorhand. | ||
12. Mag de baby na de geboorte direct op uw blote buik gelegd worden? | Ja / Nee | |
13. Moet de baby na de geboorte eerst afgedroogd worden? | Ja / Nee | |
14. De navelstreng zit vast aan de placenta en gaat naar uw baby toe. Deze kan na de geboorte doorgeknipt worden. | ||
Wenst u dat de navelstreng doorgeknipt wordt? | Ja / Nee | |
15. De navelstreng klopt direct na de bevalling nog, dit is het laatste bloed van de placenta dat naar uw baby wordt | ||
vervoerd. Hier zitten voedingsstoffen in. Wilt u dat er gewacht wordt met doorknippen van de navelstreng tot de | ||
navelstreng is uitgeklopt? | Ja / Nee | |
16. Wie mag de navelstreng doorknippen? | Ik doe dat zelf | |
Mijn partner | ||
De verloskundige/arts | ||
Een familielid/vriend(in) | ||
17. Wilt u de placenta bewaren voor thuis? | Ja / Nee | |
18. Heeft u bezwaar tegen een mannelijke zorgverlener? | Ja / Nee |